Bij leven droeg ik louter spijkerbroeken
En truien van studentikoze snit
Mijn motto was: als het maar lekker zit
En ik er niet te lang naar hoef te zoeken
Nu ben ik dood en heeft men mij postuum
Begraven in een fonkelnieuw kostuum
Bij leven droeg ik louter spijkerbroeken
En truien van studentikoze snit
Mijn motto was: als het maar lekker zit
En ik er niet te lang naar hoef te zoeken
Nu ben ik dood en heeft men mij postuum
Begraven in een fonkelnieuw kostuum
Ach ja, geluk, wie heeft het ooit gevonden?
We zochten het in liefde, goden, boeken
We merkten dat we het niet vinden konden
Of toch, want ons geluk zit in het zoeken
Toenemend feestgedruis
Dat gaat met strokarton
Wij zongen mee met wat
Polzer ons gaf
Zing! Houd in ere de
hemelbestormende
verzen van P…
Zijn pendule liep af
Verkiezingen – de keus is vrij
Wie zou er winnen en wie gaat verliezen?
Ik weet nog niet voor wie ik eens zal kiezen
De zonne schijnt er vrolijk bij
T is lente en dat stemt me blij
Ik zweef van vreugde naar het stemhok toe
Als zwevend kiezer word ik niet gauw moe!
Dat voetbalhooligans barbaren zijn
lijkt Nederlanders nogal te verbazen
pas sinds ze Rome hebben opgeblazen
en de fontein, wint dat idee terrein
Laat toch dat zo sportieve legioen
zich eens bewijzen in het Colosseum
en zich te paard, te wapen en te deum
als gladiator van elkaar ontdoen
En wie van hen het laatst lacht, na een eeuw
of twintig, lacht het beste in een leeuw
Je bent, als je niet fokt als de konijnen
niet zonder meer een slechte katholiek
maar contraceptie, seks en erotiek
zijn parels voor niet-katholieke zwijnen
In ’68 wist per encycliek
een paus datzelfde licht al te doen schijnen
zoiets blijkt uit geheugens te verdwijnen
een paus onthoudt hooguit periodiek
Die geestelijken denken, los van wijnen
maar aan 1 ding, en dat is ons fysiek
Ik zal mij nimmer tot een god bekeren
Want welke god de mensheid ook kan maken
Het is er één van wreedheid en van wrake
Van bloedvergieten, bommen en geweren
In één klap een redactie weggevaagd
Zoiets is godvergeten godgeklaagd